Jaren is er flink bezuinigd in de zorg. Daarom werd er veelal gestuurd op uren en diensten werden steeds meer ingekort. In de wandelgangen de zogenaamde kaasschaafmethode genoemd. Hierdoor werden ook de bezettingseisen steeds naar beneden aangepast. Zo over het algemeen was de afspraak dat zorgmedewerkers met een klein contract (20 uur of minder) de kortere diensten zouden draaien en de zorgmedewerkers met grotere contracten de langere. De verwachting was dat personele inzet versus zorgvraag weer in evenwicht zou komen. En zo leefden we nog lang en gelukkig.
Verre van een sprookje
Helaas blijkt de praktijk weerbarstiger dan hierboven geschetst. En verre van een sprookje. Want het bleek lastig uitvoerbaar te zijn omdat medewerkers, met kleine en grote contracten, ook met vakantie gaan, ziek worden en vrij hebben en een andere baan zoeken. Het dienstenpatroon bleek dus lang niet altijd uitkomst te bieden met stuwmeren aan meer- en min uren als gevolg. Daarnaast zijn er de afgelopen jaren tekorten ontstaan naast vergrijzing door hoge uitstroom, hoog ziekte verzuim, medewerkers- en cliëntontevredenheid en hoge werkdruk. En daarmee kwam de kwaliteit en continuïteit van zorg in de knel evenals de medewerkers en de planners/roosteraars.
Nu vraag ik mij een aantal zaken af; dat dienstenpatroon waarbij de druk op de ochtenden en avonden enorm is, is dat nog wel van deze tijd? Of is er een mogelijkheid tot hervorming van de zorg op sommige vlakken? Kunnen sommige zaken niet worden verplaatst naar een ander moment van de dag? En willen cliënten echt allemaal voor 10.00u aan de koffie zitten of is iets anders ook bespreekbaar? Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de avond. Soms doen we namelijk dingen omdat we denken dat het zo moet en omdat we het al jaren zo doen ook al kan het eigenlijk niet meer.
Dus ‘’als we blijven doen wat we altijd deden, krijgen we wat we altijd kregen’’.
Meer capaciteit uit onze bestaande formatie
Dan nu terug naar de huidige tekorten waarbij we niet meer weten hoe we alle vacatures krijgen ingevuld. De vraag is echter of alle vacatures ook echt vacatures zijn als we kijken naar hoe de huidige dienstenpatronen, de roostermethodieken en de roosterprocessen op dit moment vaak zijn ingericht. Of zouden we meer capaciteit kunnen halen uit onze bestaande formatie als we het slimmer regelen? Uit onderzoek blijkt dat veel zorgmedewerkers open staan voor een groter contract. Maar dit vraagt een flinke aanpassing op het dienstenpatroon om het sluitend te krijgen voor meer grotere contracten.
Daarnaast kan de roostermethodiek een belangrijke FTE-verslinder zijn, vooral als het gaat om decentrale roostering waarbij iedere afdeling maandelijks zijn eigen rooster maakt en de verstoringen oplost gedurende de roosterperiode. Bewust worden hoeveel tijd hierin verloren gaat die oorspronkelijk voor het primaire proces bedoeld was, is een kans. Uiteraard uitzonderingen daargelaten. En de medewerkers? Zijn zij eigenlijk tevreden over hun roosters, het dienstenpatroon, de methodiek en de processen? Of hebben ze er vooral veel last van en is er veel onrust, gedoe en onduidelijkheid? En de roosterprocessen? Zijn die de afgelopen jaren al eens kritisch onder de loep genomen en afgestoft? Of valt hier ook nog tijd en geld in te winnen?
Dus, ja er zijn grote tekorten, maar of ze daadwerkelijk net zo groot zijn als wordt geschetst is nog maar de vraag wanneer we de zorg en de personele planning anders gaan organiseren.
Wil je hier meer over weten of de roosterprocessen en methodieken over personele planning onder loep nemen? Ik help je graag! Spar met mij via LinkedIn.